Kunstkaart
Mijn studentenkamer was altijd een veilige plek. Een eigen plekje in een voor mij toen nog onbekende stad: Tilburg. Mijn kamer was op de 2e verdieping en had grote ramen, van waaruit ik een groot stuk van de stad kon overzien.
Toen ik er nog maar net woonde, besloot ik de ramen te bedekken met landkaarten, een schematische, onveranderlijke weergave van de buitenwereld. De kaarten lieten geen licht meer door in mijn kamer. Langzamerhand begon ik de kaarten dan ook open te krassen. Met kleine lichtbundels tegelijk liet ik de buitenwereld in mijn werkelijkheid binnen.