Jong Talent 2007, AKI
het kleine verhaal met een grote achtergrond.
gegevens uit het aldagelijke filteren en opnieuw
lezen.
Examen 20 juni 2007: Christoph Krümpel:
Gecommitteerde: Karin van Dam
Docenten: Helen Frik, Ernst Varkevisser en Hans Hovy
Duur: 40 minuten
Christoph Krümpel heeft een lokaal ingericht: Eén gedeelte is omgetoverd tot een aparte ruimte, waarin een stuk bestrating, bestaand uit klinkers, is neergelegd met daarop een bankje met drie oude mannen, waarvan één een baby vasthoudt. Uit de hoofden van de drie mannen klinken onaangename, moeilijk te definiëren, geluiden. Deze geluiden klinken ook door in de rest van de expositieruimte.
Het voorste gedeelte, waar gebruik is gemaakt van de natuurlijke lichtinval, is ingericht als een galerie expositie. Een aantal beelden aan de muur van vaak hout en keramiek in combinatie, een driedimensionale tekening valt op en buiten het lokaal staat dan nog het zelfportret van de man verbonden met de machine.
Christoph Krümpel heeft zich de laatste twee jaar sterk ontwikkeld. Aanvankelijk was hij een echte houtman. Kundig en snel kwam hij tot ruimtelijk werk. Na het tweede jaar groeide zijn belangstelling voor een soort realisme, de figuratie van de mens.
Deze belangstelling ontwikkelt zich steeds verder. Dacht hij eerst haast vanuit het materiaal, nu komt zijn materiaalkeuze meer uit de gedachte voort.
Een zielige oude man aan tafel, waarvan de romp van de man, de tafel en de stoel van hout zijn en de grote voeten, handen en hoofd van bleke klei. Christoph’s belangstelling voor mannen zoals bij hem in het dorp neemt toe. Simpele onderwerpen, die verrassend worden uitgevoerd met veel gevoel voor detail. Wenkbrauwen en haren worden van fijne ijzerdraadjes gemaakt.
Interesse voor het gelaat, de blik, de mimiek en de uitdrukking zonder iets te zeggen worden voor zijn beelden ingezet.
Het hoofd wordt soms vervangen door een masker-achtig gelaat: Christoph zegt daarover: ’... De gezichten zullen een duidelijke uitdrukking hebben, zonder meteen alles te openbaren ...’
Ik overdrijf niet als ik zeg dat Christoph een hardwerkende, ontdekkende, nieuwsgierige, kritische student is, die stil, doch onstuitbaar zijn eigen weg gaat en toch altijd contact met iedereen onderhoudt.
Zijn stille kracht klinkt door in zijn werk en de belangstelling voor de eenvoudige dagelijkse bezigheden. Alleen wordt de verbeelding van deze zaken uiterst vreemd, soms verontrustend uitgevoerd.
In het voorste gedeelte van het lokaal hangen de hoofden of masker gezichten, van geglazuurde klei in rood en wit, vaak in combinatie met andere onderdelen, van hout. Soms op geschilderd plaatmateriaal in combinatie met figuratieve onderdelen ( een soort kapstokknoppen) en soms met onderdelen, die een belangrijker plaats lijken in te nemen (lijsten). Ze lijken een verhaal te willen vertellen zonder dat het duidelijk wordt om welk verhaal het draait.
Nog even terug naar de oude mannen op het bankje met de titel ‘Sie singen wie es ist’
De ruimte waarin deze mini installatie te zien is, is opzettelijk klein gehouden. De kijker wordt zeer direct geconfronteerd met deze drie oude heren. Er lijkt geen ontsnapping mogelijk. De geïsoleerde ruimte dient ervoor dat je er alleen bent en dat het kunstlicht en het geluid optimaal werkt
Zelf schreef Christoph Krümpel over deze installatie;... Drie oude mensen zitten op een bank en zingen iets voor een baby. De gezichten van de mannen zijn oud en gerimpeld. Ze lijken goede en slechte ervaringen meegemaakt te hebben. Hun handen liggen in de schoot. De ene houdt het kind. Met alle rust van hun ouderdom zingen ze over het leven, de wereld en over alles: Dat het zo is, hoe het is. Ze beschrijven een wereld in welke het kind is geboren. een wereld welke een golf van kwesties oplevert.
Ouden vertellen jongeren. Ouden onderrichten jongeren. Ze hebben ervaringen meegemaakt. Als Blueszangers zingen de drie oude mannen naast elkaar: Echt, ongenaakbaar, zo waarachtig en wijs, als het kan zijn.....’
Iets verder zegt Krümpel:’... Ik wil klank uit de monden van de oude mannen laten komen. Luidsprekers in hun hoofden klinken en produceren zo het lied, welk voor het kind gezongen wordt. Wat zullen wij daar horen?
Alledaags lawaai, automotoren, machines, heel veel computer geluiden, oorlog, sex, enzovoort enzovoort enzovoort...’
‘...Uit de kelen wil ik frequenties laten horen, die je niet vast kan leggen. Het woord en ongedefinieerd gezang.
En de kijker wordt door zijn verwardheid, net zoals een kind, een deelnemer van de twijfel...’
Alles goed en wel; Ondanks dit onschuldige dorpstafereeltje krijg je een ongemakkelijk , onaangenaam gevoel en maak je je bezorgd om dit kleine schepsel dat nog moet beginnen aan een lang leven. Opeens komt de bezorgdheid om de toekomst om de hoek kijken. Is die wel zo onbezorgd. Het is een beklemming die in meer van de werken van Christoph Krümpel voelbaar wordt. Het verleden kennen we, maar de toekomst nog niet
Tot slot wil ik nog opmerken dat Christoph tijdens het examen op alle vragen, die hem gesteld worden, uitgebreid antwoord kan geven. Zonder moeite. Het werk is hedendaags, het is een mooie mélange, die nog veel ruimte biedt.
Christoph wordt na zijn examen uitgenodigd om mee te doen aan de ARTOlive expositie in de gasfabriek te Amsterdam
Hans Hovy/ Karin van Dam