1953, Schiermonnikoog. Onderwerpen: landschap, zee, dieren en zelfportretten. Bij haar landschappen en zeegezichten helpen wind, regen en het soms felle zonlicht het werkstuk te ontstaan.
Belangrijke inspiratiebronnen zijn het werk van Rembrandt en de gedichten van Ida Gerhardt en muziek van Bach. Haar eigen vertrouwdheid met het landschap en een gevoelsmatige intuïtieve manier van schilderen, spelen een grote rol in het totstandkomen van haar werk. Techniek: aquarel en acryl.