Jong Talent 2006, Academie voor Beeldende Vorming, Tilburg (docentenopleiding)
Mijn naam is Annemarieke Schepers. Mijn inspiratiebron kan ik het beste omschrijven aan de hand van een citaat van Ovidius: omnia mutantur, nihil interit – alles verandert, niets vergaat. Alles verglijdt, elk ding krijgt vorm en gaat voorbij.
Er zijn kunstenaars die hun inspiratie in het vergankelijke vinden, mij interesseert verandering en beweging.
De paradox tussen het schilderen,iets vastleggen, en de beweging fascineert me. Mijn inspiratiebron maakt dat naast tekenen/schilderen. het medium film me aantrekt. Ik maak korte filmpjes, die begonnen als een soort dagboeken. In die dagboeken leg ik steeds een ander accent: van dans, tot de beschermde wereld van mijn eigen kamer. Afgelopen voorjaar maakte ik een reeks van filmpjes over mijn "Bed on Tour". De thematiek van mijn werken is bijna altijd alledaags en persoonlijk. In mijn schilderijen onderzoek ik momenteel mijn rol als vrouw van "twenty something". Welke weg wil ik zelf gaan, wat is mijn doel? Dit resulteerde tijdens mijn eindexamen in beelden die niet duidelijk afgerond zijn, soms voorlopig. De beelden die ik nu, een half jaar later, maak, hebben nog veel van die kenmerken, maar er lijkt een duidelijker figuur naar voren te komen...
Belangrijk om tenslotte te noemen vind ik mijn rol als docente. Mijn rol als docente is niet los te zien van mijn kunstenaarsschap. Als docente op De Nieuwste School begeleid ik leerlingen in hun leertraject op basis van hun eigen nieuwsgierigheid. Om leerlingen op die manier te kunnen begeleiden, is het belangrijk om zelf bewust te zijn van de keuzes die ik maak als kunstenares. Doordat ik mijn visie kan verwoorden, kan ik leerlingen ook beter helpen op hun weg naar het maken van eigen, creatieve keuzes.
Beoordeling van mijn eindexamenwerk door hoofddocent afstudeerfase:
"Het Beeldend vak en Annemarieke"
De werken die het resultaat vormen van de beeldende processen die Annemarieke Schepers volgt zijn op meerdere punten uniek.
Ten eerste zijn de beelden "voorlopig" in hun vorm, want het beeld doet zich absoluut niet voor als een afgerond en "gestold proces". De beelden bestaan uit vormfragmenten van diverse eerdere beeldstadia en die fragmenten zijn letterlijk aan elkaar geplakt of worden met voorlopige verbindingsmaterialen zoals touwtjes op hun plaats gehouden om samen het nieuwe (voorlopige?) beeld te vormen.
Op de tweede plaats zijn de werken in hun verschijning sterk plaats- gerelateerd d.w.z. de werken ontstaan altijd ter plekke en voegen zich letterlijk naar de identiteit en ruimtelijke mogelijkheden van de plek en gaan als het ware een symbiose met de plek aan door er letterlijk in te groeien. Hierdoor zijn de werken vanzelfsprekend en dringen zich niet op.
Ook is het vorm- en materiaalgebruik in de werken persoonlijk maar ook los van bekende esthetische normen. De werken zijn op geen enkele manier "esthetisch verantwoord" laat staan smaakbevestigend.
Tot slot zijn de thema's die bij de werken als uitgangspunt dienen van een alledaags menselijk gehalte (b.v. moeder en dochter).
Al met al is hier sprake van een bijzonder beeldend talent dat vanuit een persoonlijke thematiek met een grote betrokkenheid werken weet te genereren die door hun bovenal unieke en eerlijke vorm weten te overtuigen.